Hoe haal je eruit wat erin zit?

Kun je het je nog herinneren: bibberend in je zwempak languit in het water met kurkjes om en een plankje in je armen. De badmeester of -juffrouw die dreigend aan de kant stond met een haak aan een lange stok, terwijl jij met moeite je hoofd boven water hield bij de schoolslag.

Zelfdrijvend vermogen

Hoe anders gaan de zwemlessen van tegenwoordig. Kinderen gaan te water om spelenderwijs te leren kopje onder te gaan en weer boven te komen. Daarna wordt gebruik gemaakt van het zelfdrijvend vermogen van de mens om te leren drijven op rug en buik. En van daaruit leert een kind de schoolslag. Zonder kurk en zonder plankje.

Vertrouwen

Een badmeester legde het zo uit aan mij. Met die kurkjes en plankjes leerde je eerst af om te vertrouwen op jezelf. En vervolgens leerde je met veel moeite weer op jezelf te vertrouwen zodat je ook zonder hulpmiddelen kon zwemmen. Ik vroeg hem hoe dat zelfdrijvend vermogen werkt, want mij lukte het tijdens onze zondagse zwemochtenden niet om te drijven. Hij gaf me een korte instructie en de volgende keer dat we in het zwembad waren, lukte het me na enige oefening op mijn rug te drijven.

Eruit halen wat erin zit

Het bleek eigenlijk helemaal niet zo moeilijk om dat zelfdrijvend vermogen te activeren. Als je de instructie maar nauwgezet opvolgt. Volgens mij werkt dit hetzelfde met effectieve communicatie. We hebben allemaal het vermogen om onszelf met anderen te verbinden. Het vermogen om waarlijk te luisteren wanneer de ander dat nodig heeft. Om onszelf uit te spreken wanneer wij dat nodig hebben.  En om te confronteren zonder de verbinding met de ander te verliezen.

Hoe dan?

Wat daar voor nodig is? Een instructie met concrete stappen voor verbindende communicatie, bijvoorbeeld volgens de Gordon® Communicatiemethode. En enige oefening om je die stappen eigen te maken.

Wil jij ook zo graag kunnen confronteren zonder de relatie met de ander te schaden? Een vriend of collega helpen zonder dat jij de verantwoordelijkheid  voor het probleem overneemt? Of heb je het gevoel dat er meer in zit dan je er nu uit haalt? Stuur me een berichtje en dan bespreken we de mogelijkheden.

Recept voor geduld

Sinds kort zit ik op pianoles. Ik heb jarenlang viool en klarinet gespeeld en ook een aantal jaar zangles gehad. Nu wil ik de droom om mezelf met piano te kunnen begeleiden bij het zingen gaan waarmaken.

Meerdimensionaal

Omdat ik al muzikaal geschoold ben, ging de start lekker snel. Zo speelde ik al na de tweede les jingle bells met twee handen (en kon daar ook bij zingen). Toen kwamen de akkoorden. Ineens realiseerde ik me dat viool, klarinet en zang nogal ééndimensionaal zijn. En een piano dus niet.

Hoe meer ik denk, hoe slechter ik speel

Mijn hersenen draaiden op volle toeren. Noten lezen voor de rechterhand, akkoorden lezen voor de linkerhand: dat zijn dus niet zomaar twee dimensies (linkerhand en rechterhand), maar al snel vier omdat een akkoord vaak uit drie noten bestaat. Hoe harder mijn hersenen kraken, hoe slechter het spelen gaat. De patronen moeten weer worden ingesleten, zodat ik gedachteloos kan spelen. En weer tijd heb om dynamiek in mijn spel te brengen.

Lol om mijn fouten

Tot mijn eigen verrassing heb ik de wilskracht en discipline om vrijwel dagelijks even achter de piano te gaan zitten om te oefenen. Ik moet lachen als ik weer eens over mijn eigen vingers struikel en heb er lol in om te merken dat mijn pianospel elke dag een beetje beter wordt. Ik vroeg me af hoe het komt dat ik zoveel minder frustratie voel dan toen ik jonger was en tegen een moeilijk muziekstuk aanliep.

Geen haast

Hoewel ik geen concertpianist hoef te worden, heb ik nog een stevige portie ambitie: ik wil dit kunnen. Maar waar ik als tiener vond dat het dan ook meteen morgen perfect moest zijn, heb ik nu minder haast. Of meer geduld, het is maar hoe je het bekijkt. Toen vond ik het na één keertje los oefenen van een lastige maat wel genoeg en ging meteen weer verder met het gehele stuk. Als ik dan vervolgens nogmaals over dezelfde maat struikelde, kostte het zoveel moeite om door te zetten dat ik het soms maar liever opgaf. En juist daar zit het verschil.

Fouten herhalen

Ik weet dat ik door oefenen mezelf kan verbeteren. Door die ene moeilijke maat eindeloos te herhalen, waarbij ik eindeloos minus één keer dezelfde fout herhaal, kom ik toch op het punt dat de fout “ineens” blijkt te zijn verdwenen. Door ervaringen uit het verleden heb ik nu het vertrouwen dat het me gaat lukken. Ook als het wat langer duurt.

Nieuwe aanpak

Tijdens de lessen bespreek ik de struikelblokken.  Ik vertel wat ik heb gedaan om de moeilijke delen onder de knie te krijgen en hoe dat toch niet altijd lukt. Mijn pianolerares komt met suggesties en ideeën om het eens op een andere manier te oefenen. En zo heb ik een groeiend repertoire aan methoden om mezelf een lastig muziekstuk eigen te maken.

Vertrouwen

Hoe mooi zou het zijn als je deze vaardigheden altijd paraat hebt. Intrinsieke motivatie hebben en er tegelijkertijd niet zo zwaar aan tillen als het niet in één keer lukt. Geduld en vertrouwen hebben dat als het die eerste keer niet lukt, het de volgende keer beter zal gaan of anders die keer daarna wel. Moet je eerst jaren frustratie, onzekerheid en opgeven doorstaan om dat geduld te kweken?

Geheim recept

Ik heb helaas geen geheim recept dat je stap-voor-stap kunt volgen om na een half uurtje bakken als zelfverzekerd en geduldig mens uit de oven te komen. Wel ken ik een aantal belangrijke ingrediënten: oefenen, delen en vieren. Door te oefenen met het maken van fouten, raak je eraan gewend dat de wereld niet meteen vergaat ten gevolge van zo’n fout. Ervaringen met elkaar delen werkt inspirerend; door te horen van anderen wat wel en niet werkt kom je op nieuwe ideeën. En het helpt je om de les onder de fout te herkennen.

Feest

Alle geslaagde en minder geslaagde pogingen leiden tot vooruitgang. Die zie je niet altijd meteen; soms is het nodig om even stil te staan en terug te kijken naar waar je vandaan komt. Zodat je kunt zien wat je met je moed om fouten te maken, je zelfvertrouwen en  je doorzettingsvermogen hebt bereikt. En op zijn tijd een feestje kunt vieren. Bijvoorbeeld door een concertje te geven aan je huisgenoten (die al dagen zijn geteisterd door het steeds weer herhalen van dat ene kleine stukje) en vol trots het applaus in ontvangst te nemen. Ook als het stuk niet helemaal foutloos was.

Ga je schamen!

Vroege ochtend, sneeuw en een bus

Als brugklasser fietste ik dagelijks tien kilometer naar school. Behalve in de winterse januarimaand, dan had ik een busabonnement. De bus kwam eens in de twee uur en ik wilde hem dus niet missen. Soms kwam de bus vroeg (ik kwam nooit laat) en dan hield ik hem voorbij de halte aan. Zo ook op een besneeuwde, donkere ochtend.  Warm en tevreden zat ik in die bus, tot deze in het eerste dorp rechtdoor ging waar hij normaal gesproken had moeten afslaan. De vlammen sloegen me uit – ik zat in de verkeerde bus!

Vul zelf maar in

En vanaf daar ging mijn brein een verhaal schrijven. Ik heb onnodig de bus laten stoppen buiten de halte dus de chauffeur zal me wel een heel vervelende passagier vinden. En iedereen snapt natuurlijk dat ik in dit dorp uitstap omdat ik zo dom was de verkeerde bus te nemen. Ze lachen me uit dat ik door de sneeuw helemaal  naar de andere halte moet ploegen. En ik mis natuurlijk alsnog de goede bus, wat een sufkop ben ik toch!

Schaamte komt met zijn tweeën

In haar boek “Dare to lead” beschrijft Brené Brown schaamte als het intens pijnlijke gevoel dat er iets mis is met je en je het daarom niet waard bent om geliefd te worden, ergens bij te horen en met anderen verbonden te zijn. Schaamte bestaat uit twee stemmetjes “je bent niet goed genoeg” en “wie denk je wel dat je bent”. Wie dacht ik wel dat ik was om de bus speciaal voor mij te laten stoppen? Ik ben niet eens goed genoeg om de juiste bus te herkennen!

Pantser

Het gevoel van schaamte kan overweldigend zijn. Deze gebeurtenis speelde meer dan 30 jaar geleden, maar ik kan het gevoel zo weer oproepen. Je zou jezelf het liefste willen pantseren tegen schaamte: neem geen risico’s, doe geen nieuwe dingen, blijf of word perfect en dus veilig. Toch?

There’s a crack in everything

Ik geloof niet in perfectie. Niet alleen omdat ik er te lui voor ben, maar vooral omdat ik geloof dat mensen kunnen leren. Leren doe je met vallen en opstaan. Met proberen en ontdekken: op deze manier werkt het niet! Om daarna verder te gaan en tevreden te kijken naar de vijfde versie van een taart, die er uitziet als een opgeblazen torenflat maar die heerlijk smaakt. Dat ontdekkingsproces gaat niet samen met perfectie. Ik hou van de schoonheid en uitdaging van dat ene ontbrekende hoekje, dat butsje of die kras. Leonard Cohen schreef het mooier dan ik kan: ”there’s a crack in everything – that’s how the light gets in”.

Een ander verhaal

Na het lezen van Brené Browns boek (en met ruim 30 jaar meer ervaring en zelfvertrouwen in mijn rugzak) had ik bij het uitstappen tegen de chauffeur willen zeggen: “Ik  vrees dat u me wel een uil zult vinden die veel tijd verspilt in het strakke busschema”.  Misschien was de buschauffeur het met me eens geweest en had ik me kunnen verontschuldigen. Of hij had gezegd dat “kan gebeuren” en me een goede dag gewenst. Hoe dan ook was ik regisseur over het verhaal en had de schaamte mij niet langer in zijn macht.

Zonder wrijving geen glans

Ik streef graag naar mooie en grootse resultaten. Zonodig behaal ik die over nieuwe wegen, langs uitdagingen en risico’s. Een uitglijder op zijn tijd kan ik niet voorkomen en ik verwacht dus nog de nodige schaammomenten. Maar ik weet dat mijn brein een goede verhalenverteller is. En dus ook een nieuw einde kan verzinnen. Zodat ik na de val weer kan opstaan en doorgaan. Zonder wrijving geen glans, zonder schaamte geen groei. Kortom: aan het werk en ga je schamen!

Luisterkunst

Mijn tienjarige dochter tekende dit oog. Een heel realistisch oog waarin veel details kloppen. En dat het resultaat is van veel oefenen: verschillende technieken uitproberen en kijken naar hoe beroemde kunstenaars een oog tekenen. Net zolang tot het gewenste resultaat werd bereikt. En ook na dit oog volgden er nog vele versies. Sommigen minder geslaagd, maar de basisversie wordt nog steeds beter.

De kunst van het luisteren

Luisteren1 is een kunst. Net als het leren bespelen van een muziekinstrument, het beoefenen van een sport of het tekenen van een realistisch oog.  Een kunst leren gaat gepaard met vallen en opstaan (ik herinner me de huil- en driftbuien waarin weer een tekening werd verscheurd maar al te levendig). Ook waarlijk luisteren zodat de ander zich gehoord voelt, vraagt vaardigheid, inzet en zelfreflectie. 

Waarlijk luisteren

Wat we vaak doen als we naar iemand luisteren, is tegelijkertijd alvast een antwoord of reactie formuleren. We wachten tot de ander stopt met praten zodat we zelf weer kunnen praten. Luisteren met bijbedoelingen is dat. Waarlijk luisteren is gericht op het begrijpen van de ander, op basis van wat die zegt, én niet zegt. Om zeker te weten dat je de ander begrijpt, geef je jouw “vertaling” van dat wat je hoorde terug. Met als bijkomend effect dat je gesprekspartner zich begrepen en gehoord voelt.

De techniek: actief luisteren

Om goed te kunnen luisteren, is het belangrijk dat je de tijd neemt en alle doelen behalve het begrijpen van de ander parkeert. Ook het vormen van een oordeel over dat wat de ander zegt moet je (tijdelijk) uitschakelen. Deze luistertechniek noemen we actief luisteren. De techniek is actief omdat je niet alleen knikt en humt, maar actief vertaalt wat je hoort en dat uitspreekt om bij de ander te toetsen of je het goed begrepen hebt.

Actief luisteren kun je leren

Als je geen autodidact bent, dan kun je je in luisteren bekwamen door te oefenen , te reflecteren op de minder geslaagde versies en door les te nemen. Bijvoorbeeld door het volgen van een training gebaseerd op het communicatiemodel van Thomas Gordon. Ga je liever zelfstandig aan de slag? Kijk dan hoe anderen het doen, ga veel oefenen, vraag feedback en reflecteer  op je eigen minder geslaagde versies en oefen weer verder. Want het spreekwoord is niet voor niets: oefening baart kunst.


1. Wellicht ten overvloede: luisteren ≠ gehoorzamen. Veel ouders en leerkrachten die stellen dat kinderen niet luisteren, bedoelen eigenlijk dat kinderen niet doen wat hen gevraagd of opgedragen wordt. Is niet hetzelfde. 

Perspectief

Twee bijzondere boeken kwamen gelijktijdig (weer) op mijn pad, elk met hun eigen perspectief op de wereld. Tonke Dragt schrijft in “Geheimen van het wilde woud” over trouw, eer en goed en kwaad. “Schorshuiden” van Annie Proulx gaat onder andere over de botsing van culturen als Europeanen aan land komen in Noord-Amerika.

“De bomen waren allemaal dik en oud, en groeiden bijzonder grillig. En hoe verder ze kwamen, hoe dichter het kreupelhout werd dat hen omringde.”

Uit: Geheimen van het Wilde Woud – Tonke Dragt

Verschil in perspectief

Het woud speelt in beide boeken een hoofdrol. En wordt vanuit verschillende invalshoeken aan de lezer getoond, waardoor verschillende perspectieven zichtbaar worden. Culturele achtergrond, tijdsgeest, persoonlijkheid: ze maken dat je hetzelfde beeld of dezelfde situatie anders ziet en interpreteert dan een ander. De groene mannen beschouwen het Wilde Woud als een plaats van vrede, voor ridder Tiuri is het Wilde Woud onbekend en daarmee angstwekkend en voor de Zwarte ridder is het een uitvalsbasis voor oorlogsvoering. En het bos in het noorden van Amerika is bron van leven voor de indianen en bron van rijkdom voor de Europese houthakkers.

Toch hetzelfde plaatje

Dus als je je nou morgen tijdens die vergadering afvraagt waarom er zo lang wordt gesproken over wat het volgende nieuwe product moet worden, bedenk dan dat jij een ridder bent met een ander plaatje in je hoofd dan de groene mannen, de houthakkers en de indianen. Omdat er geen boek met uitleg voor je klaarligt, geeft vragen en actief luisteren je de beste kans om het plaatje van de ander in beeld te krijgen. En dan zou het zomaar kunnen dat iedereen het toch over hetzelfde heeft. Gewoon een kwestie van perspectief.

“Schreeuwend rode esdoorns staken vlammend af tegen de zwarte sparren”

Uit: Schorshuiden – Annie Proulx