Labels en de leermythe

Hoe pakken dromers wiskunde aan?

Deze week kwam ik tegelijkertijd wiskunde en de leerstijlen van Kolb tegen. In een aantal al wat oudere artikelen werden de leerstijlen van Kolb toegelicht aan de hand van de manier waarop iemand een wiskundig vraagstuk aanpakt. Hartstikke leuk! Dat was mijn eerste reactie. Want ik vind wiskunde tof en het model van Kolb een nuttig hulpmiddel bij mijn trainingen. Maar al lezend groeide mijn ongemak. Vanwege labels en de leerstijlmythe.

Leerstijlmythe

Vaak wordt gesteld dat iemand het beste leert als door de docent of trainer wordt aangesloten bij de leerstijl van deze persoon. Er is echter geen wetenschappelijk onderbouwing voor deze stelling. Zie bijvoorbeeld deze duidelijke uitleg in de Correspondent. Of deze (wat droge) opsomming van wetenschappelijke onderzoek waaruit soms zelfs het tegenovergestelde blijkt.

Labels

Ik heb een hekel aan labels. Labels zijn hokjes waar je door beperkt wordt. Soms omdat een ander je erin plaatst (jij bent een echte analyticus, dus die baan zonder intellectuele uitdaging is niks voor jou). Maar vaak ook omdat je er zelf in gelooft (ik hou niet van ruzie, dus ik zeg er maar niks van). Labels zijn oordelen en waarom dat weinig effectief is schreef ik al eens op in dit blog. Alle testjes waarmee je jouw leerstijl vaststelt, leveren niks anders op dan labels en beperkende hokjes.

Maar, je leerstijl kennen kan toch ook nuttig zijn?

Voor mij zit het nut van het model van Kolb vooral in de gedachte dat ik door met mijn trainingsvormen te variëren elke leerstijl aanspreek. En iedere deelnemer zoveel mogelijk gelegenheid geef om te leren. Op de manier die op dat moment, voor dat onderwerp, voor die persoon het beste werkt. Geen vaste hokjes, maar ruimte om te kiezen en te gebruiken wat je op dat moment nodig hebt. Zo vermijd ik labels en de leerstijlmythe.

Wiskunde en Kolb

En toch waren deze artikelen ook  gewoon leuk. Dus, als je wilt weten wat de leerstijlen van Kolb nou eigenlijk zijn én je houdt van wiskunde, lees ze dan vooral.

Hoe pak je een wiskundig vraagstuk aan volgens Kolb:

  • Doener: Actief uitproberen & concrete ervaring
  • Dromer: Concrete ervaring & reflectieve observatie
  • Denker: Reflectieve observatie & abstracte begripsvorming
  • Beslisser: Abstracte begripsvorming & actief uitproberen
Duidelijkheid is vriendelijk, ik-taal geeft duidelijkheid

Met ik-taal ben je duidelijk

Herken je dat gevoel van verwarring als je met iemand spreekt die iets anders zegt dan hij bedoelt? Die veel woorden gebruikt maar geen duidelijke boodschap geeft? Of die zo omzichtig formuleert dat je denkt dat het niet zo belangrijk is? Grote kans dat je te maken hebt met iemand die geen ik-taal gebruikt.

Twijfelen

Eerst voel je verwarring, dan begin je te voelen dat er een boodschap is die jij niet helemaal begrijpt. Je wordt onzeker, gaat misschien aan jezelf twijfelen. Of je denkt “laat maar zitten, ik snap toch niet waar hij heen wil”. Op die manier blijft de echte boodschap verborgen.

Waarom vermijden we duidelijkheid?

Uit onderzoek constateert Brene Brown dat veel mensen duidelijkheid vermijden omdat ze zichzelf wijsmaken dat ze dan aardig zijn. Terwijl ze eigenlijk onaardig en oneerlijk zijn. En hun boodschap niet effectief overbrengen. Duidelijkheid is vriendelijk. Voor jezelf en voor de ander.

Is duidelijkheid makkelijk?

Nee, vaak niet. Maar je kunt het jezelf makkelijker maken met enkele praktische tools. Door actief te luisteren kun je de echte boodschap achterhalen. En als je zelf duidelijk wilt zijn gebruik je de ik-boodschap, waarmee je zonder oordeel een duidelijke boodschap overbrengt op de ander. Duidelijkheid is vriendelijk.

Met ik-taal ben je duidelijk

Problemen bespreekbaar maken, tijdig je grenzen aan geven om problemen te voorkomen of gewoon vertellen wat jou bezig houdt: voor elke situatie is er de juiste ik-boodschap. Bijvoorbeeld de confronterende ik-boodschap waarover je meer leest in dit blog.

Wil jij leren hoe je ik-taal kunt gebruiken? Dat kan in de trainingen Effectief Leiderschap of Persoonlijke en Professionele Effectiviteit. Daarin leer je de vaardigheden uit de Gordonmethode, waaronder ik-boodschappen en actief luisteren. Liever gericht aan de slag met ik-taal? Ik vertel je graag meer over de mogelijkheden.

Hoe krijg ik voldoende tijd

Hoe krijg ik voldoende tijd?

Heb jij dat ook? Dat de vakantieperiode minder tijd voor rust blijkt dan je had verwacht en/of gehoopt? Dat het in plaats daarvan voelt alsof je tijd te kort komt? Dat je jezelf vertwijfeld afvraagt: hoe krijg ik voldoende tijd?

“Time is on my side, yes it is”

Norman Meade (pseudoniem voor Jerry Ragovoy) – o.a. vertolkt door Kai Winding

De afgelopen weken waren mijn kinderen thuis en hadden behoefte aan samen leuke dingen doen. Lekker luieren, laat naar bed, lang uitslapen, samen een spelletje doen, nu even snel naar de stad om te winkelen, het is mooi weer laten we vandaag naar het strand gaan, zullen we even een potje voetballen. Liefst één-op-één met mama of papa en zonder dat andere kind.

Voldoende tijd

Dus dat deden we allemaal. En tussen luieren, uitslapen, spelletje doen en het strand door ging ik ook nog bijeenkomsten voorbereiden, een nieuwe training ontwikkelen en zakelijke gesprekken voeren. Want ik wil geen zes weken vakantie van mijn werkdoelen nemen. Eigenlijk lukte dat best goed. Waar komt dan toch dat gevoel van tijdgebrek vandaan?

Iets over tijd

Er zijn verschillende theorieën over tijd. Een theorie die mij helpt mijn balans te vinden, stelt dat tijd opgedeeld kan worden in drie soorten:

  • Ten eerste is er de tijd voor activiteiten: dingen doen die nuttig zijn of ‘moeten’ gebeuren – alleen of samen;
  • Dan heb je de tijd voor jezelf, zogenaamde ik-tijd: tijd om alleen te zijn, te reflecteren, iets leuks voor jezelf te doen, of gewoon te niksen;
  • En ten laatste tijd voor persoonlijke relaties: tijd die je doorbrengt met één andere persoon, waarin je de relatie met die ander verstevigd door bijvoorbeeld een goed gesprek te voeren.

Mensen hebben elk van die drie soorten tijd nodig, waarbij de balans niet altijd dezelfde hoeft te zijn.

Ik heb het zo druk

Als je het gevoel hebt dat je het druk hebt, dat je ergens geen tijd voor hebt of zelfs nergens tijd voor hebt, dan is dat vaak een signaal dat jouw tijdbalans niet helemaal in orde is. Ook als je leuke dingen doet, zoals ik deze zomer. Lekker één-op-één op pad met elk van mijn dochters, dingen doen voor mijn werk, met het gezin een potje klaverjassen of naar het strand. Allemaal heel plezierig, maar geen moment voor mezelf. Time was onvoldoende on my side.

Hoe krijg ik voldoende tijd?

En zoals zo vaak is inzicht de eerste stap. Ik weet dat ik op dit moment behoefte heb aan meer tijd voor mezelf. Lummeltijd, reflectietijd, wat dan ook. Stap twee is om aan die behoefte te gaan voldoen. Hoe krijg je voldoende tijd? In mijn geval door activiteitentijd en samentijd te begrenzen om meer ik-tijd over te houden. Grenzen stellen om ruimte te creëren.

Time is on my side, yes it is!

Zo komt mijn tijdverdeling weer in balans. En het fijne is dat ik met die betere balans meer bereik. Dat ik effectiever ben binnen elke tijdsoort. Time is on my side.

Hoe krijg jíj voldoende tijd?

Heb jij behoefte aan een dag tijd voor jezelf, om te reflecteren op jouw tijdbalans? Om inspiratie op te doen, zicht te krijgen op jouw behoeften en doelen, “wat wil ik eigenlijk”? En wil je meteen stap twee zetten en bedenken hoe je dat gaat bereiken? Onder begeleiding van twee ervaren coach/trainers?

Hou dan de website in de gaten voor het najaarsprogramma van workshops. Of laat hier je mailadres achter om op de hoogte te blijven van de workshopdata, details van het programma én als eerste te horen hoe je in kunt schrijven.

Vijf voordelen van een open cultuur

Er wordt veel gezegd en geschreven over goed leiderschap en één van die dingen is dat een effectieve leider zorgt voor een open cultuur in zijn team. Maar wat is een open cultuur eigenlijk en waarom wordt het zo belangrijk gevonden?

Wat is een open cultuur?

In een open cultuur krijgen medewerkers veel verantwoordelijkheid en inspraak op de gang van zaken binnen de organisatie. Medewerkers hebben een stem en een gesprek is altijd mogelijk. In teams en organisaties met een open cultuur is ruimte voor ontwikkeling, eigen inbreng en mensen hebben hart voor het team.

En waarom is het belangrijk?

Maar waarom is die open sfeer dan zo belangrijk? Hieronder zet ik vijf voordelen voor je op een rijtje.

1. Effectief samenwerken

“Ze snappen toch wel dat dit belangrijk is?”. Nee, als je het niet vertelt dan snappen anderen niet dat iets belangrijk voor je is. Als jij open bent over jezelf, dan begrijpen anderen beter wat jij nodig hebt en belangrijk vindt. Zodat ze beter rekening met je kunnen houden. En openheid werkt aanstekelijk. Als jij open bent over jezelf, nodig je anderen als het ware uit om ook open te zijn over zichzelf. Jij en je team hebben begrip voor elkaar, kunnen rekening houden met elkaars behoeften en elkaar helpen wanneer dat nodig is. Effectieve samenwerking dus.

2. Optimaal teamresultaat

In teams waarin mensen zaken waar ze zich zorgen over maken met elkaar kunnen delen, heerst over het algemeen minder persoonlijke spanning. Niet alleen omdat er beter rekening wordt gehouden met elkaar, maar ook omdat mensen minder energie verliezen aan het verbergen van hun spanning. En als iedereen goed in zijn vel zit, kan het team optimaal functioneren en dat leidt weer tot de best mogelijke resultaten.

3. Minder problemen

Als mensen duidelijk zijn over wat ze nodig hebben van elkaar, zullen er minder vaak problemen ontstaan. Als jij aan je medewerkers laat weten dat je even ongestoord een belangrijke klant wilt bellen, dan is de kans groot dat je inderdaad niet gestoord wordt. En omdat jij en je medewerkers een open cultuur hebben, wordt er vroegtijdig aan de bel getrokken over dingen die minder soepel lopen. Zodat échte problemen worden voorkomen.

4. Problemen effectief oplossen

En áls er dan problemen ontstaan, worden ze sneller en effectiever opgelost. Want natuurlijk ontstaan er ook in een team met een open cultuur problemen. Maar doordat de vertrouwensbasis sterk is, en iedereen een stem in het gesprek heeft, worden problemen over het algemeen sneller aangepakt én effectiever opgelost. Zodat ze niet later alsnog weer boven komen drijven.

5. Leren en innoveren

Binnen een open cultuur is ruimte voor het maken en leren van fouten. Een open cultuur is gebaseerd op vertrouwen, waardoor mensen risico’s durven nemen en fouten niet vermijden. Fouten worden niet verstopt maar besproken. En er wordt van geleerd waardoor innovatieve en/of betere oplossingen en producten tot stand komen.

Ok, open cultuur, maar hoe dan?

Het klinkt natuurlijk allemaal best goed, zo’n open cultuur. Maar wát kun jij als leidinggevende daadwerkelijk dóen om zo’n cultuur te creëren en te behouden? Dat leer je in de online cursus “Creëer een goede werksfeer”. Hierin komen enkele basisvaardigheden aan bod waarmee je een open en veilige sfeer kunt creëren in je team, problemen kunt oplossen en voorkomen. Daarnaast maak je kennis met een methode waarmee je duidelijke en heldere doelen stelt.

Meer weten? Stuur me een berichtje of lees meer via de knop hieronder.

Sorry

‘Waarom verontschuldig je je steeds?’ vroeg president Winterzee. ‘Het is een nare gewoonte van meisjes, en je moet er meteen mee stoppen.’

Uit: “Spookpokken – De jacht op Morrigan Crow” door Jessica Townsend

Deze zin, die ik voorlas aan mijn jongste dochter, intrigeerde me. Te vaak sorry zeggen is niet effectief. En dat geldt niet alleen voor meisjes. Ik peinsde even verder over de vraag of dit voor mijn dochter geldt. In mijn hoofd hoorde ik haar zeggen “sorry hoor”. Probeer de toon er bij te horen, met de nadruk op het woordje ‘hoor’ en je voelt dat ze helemaal geen verontschuldiging bedoelt. Ook een nare gewoonte. En niet effectief.

Sorry kent veel verschijningen

‘Sorry’ komt dus in verschillende vormen. Voor veel mensen, en als ik de onderzoeken mag geloven zijn dat vaker vrouwen dan mannen, is zichzelf verontschuldigen een gewoonte geworden. Deze mensen zeggen veelvuldig sorry, ook als er iets gebeurt dat helemaal hun schuld niet is. En waarvoor een verontschuldiging niet op zijn plaats is.

Ondergeschikt

Door je steeds te verontschuldigen, maak je jezelf ondergeschikt aan de ander. Wek je de suggestie dat je iemand bent waar anderen vooral geen last van mogen hebben. Met als gevolg dat je een grotere kans hebt over het hoofd gezien of overheen gewalst te worden. Een sub-assertieve vorm van communicatie.

Sorry hoor

Een andere vorm is de eerder genoemde ‘sorry hoor’. Een plichtmatig en agressief gebruik van een verontschuldigend woord op een toon en manier die eigenlijk zegt dat de ander zich niet moet aanstellen. Waarmee je de suggestie wekt belangrijker te zijn dan de ander. Met als gevolg dat je een grotere kans hebt dat anderen je gaan mijden of angstig voor je worden.

Zo kan het ook

Het kan ook zonder sorry. Met een ik-boodschap of empathisch luisteren kun je laten weten dat iets je spijt en dat je de gevoelens van een ander ziet. Dus als je te laat komt in een vergadering, kun je zeggen “Ik vind het vervelend dat je op me moest wachten”. En tegen een collega wiens analyse je van kritische feedback hebt voorzien zeg je bijvoorbeeld “Ik zie dat je baalt van mijn opmerkingen, volgens mij heb je hard aan deze analyse gewerkt en ben je teleurgesteld dat het nog niet goed genoeg is”.

Sorry

Maar als je letterlijk op iemands tenen trapt, is een doodnormale sorry op zijn plaats (waarbij een beetje empathie de boodschap krachtiger maakt): “Sorry! Ik zie aan je dat het pijn doet, het spijt me”.

Hoe bereik jij jouw top

Hoe bereik jij jouw top?

Vandaag was ik proefkonijn voor buitencoach Fleur. Met haar stem in mijn oren begon ik aan mijn dagelijkse wandeling. En binnen enkele minuten herinnerde ik me mijn beklimming van de Kilimanjaro, meer dan tien jaar geleden.

Wanneer gaan we nou?

Ik herinnerde me hoe we allemaal vol spanning en verwachting aan de klim begonnen. Op hetzelfde moment dat ik me ongeduldig afvroeg “wanneer gaan we nou?” realiseerde ik me dat we al onderweg waren. We waren vertraagd en nog eens vertraagd tot ik dacht dat het niet trager kon. En toen vertraagden we nog een beetje. Maar we bewogen wel vooruit.

De kortste route

Er zijn verschillende routes naar de top van de Kilimanjaro. De een langer dan de ander. Als je zoals ik vanaf zeeniveau komt, en vooraf geen hoogtegewenning hebt gedaan, dan is het devies ‘hoe langzamer hoe beter’. En dus geeft een langere route meer kans op het bereiken van de top dan de kortste route.

Je merkt het pas als je er al bent

Zo wandelend dacht ik terug aan andere momenten waarop ik pas na een tijdje onderweg te zijn ontdekte dat ik onderweg was. De keer dat een werkproces stroef bleef lopen tot het “plotseling” zonder problemen draaide. De intervisiebijeenkomst waarin we ons afvroegen wanneer we nou eindelijk eens zouden beginnen met de nieuwe aanpak en na enige reflectie ontdekten dat we de dingen al anders waren gaan doen. Langzaam maar zeker.

Vooruitgang door vertragen

Ik mijmerde al lopend over mijn drang om voortvarend aan de slag te gaan; hard te werken om mijn top te bereiken. Mijn voorkeur voor een stevige wandeling. Terwijl ik ook heb ervaren dat vertragen soms tot meer vooruitgang leidt dan versnellen. De stem van Fleur dwong mij vanmorgen mijn wandeltempo te vertragen. Nu, hier, achter mijn laptop, laat ik mijn gedachten gaan over welke top ik wil bereiken door te vertragen. En ik merk dat ik er al een paar bereikt heb, maar ze nog niet had gezien.

Hoe bereik jij jouw top?

Hoe bereik jij jouw top? Door stevig aan te pakken of door te vertragen? Heb jij moeite met vertragen en wil je daar eens over van gedachten wisselen? Stuur me dan een berichtje.


Nieuwsgierig naar Fleurs buitencoach-mp3? Dan moet je nog even geduld hebben, maar hier maak je alvast kennis met haar.

Invloed hebben of niet

Invloed hebben

Dit gebed heb je vast wel eens gehoord. En misschien heb je ook wel eens een oefening gedaan met de cirkel van invloed en betrokkenheid: waar heb ik wel invloed op en waar ben ik bij betrokken maar heb ik geen invloed op. Een belangrijke oefening, omdat het je helpt dingen die je wel en dingen die je juist niet kunt veranderen van elkaar te onderscheiden. The wisdom to know the difference.

Cirkel van invloed

Deze week kwam ik de cirkel van invloed en betrokkenheid weer eens tegen op social media en ineens viel me iets op. De cirkel van betrokkenheid, alle zaken om je heen die van invloed zijn op jou maar waarop jij zelf geen invloed hebt, bevat eigenlijk twee soorten zaken. Je hebt vaststaande feiten: de tijd, het weer, het verleden. Die kun je niet veranderen. Punt. Daarnaast heb je dingen die iets met de ander te maken hebben. Het gedrag van de ander, wat de ander van jou vindt, hoe de ander zich voelt. Maar zijn die wel zo vaststaand?

Kan ik anderen dan helemaal niet beïnvloeden?

Omdat ik het zo’n verhelderende oefening vind (ook/juist voor kinderen), vulde ik met mijn tienjarige dochter de cirkel van invloed in met haar eigen voorbeelden. En ik vroeg haar of je invloed hebt op hoe de ander zich gedraagt, of wat de ander van je vindt. Haar antwoord: je kunt het wel proberen bijvoorbeeld door te vragen, maar uiteindelijk is het de ander die beslist. En dat sluit aan bij wat ik tijdens mijn trainingen mijn deelnemers vaak vertel:  je kunt een verzoek doen aan een ander (“zou je minder hard willen praten, ik heb hoofdpijn en behoefte aan stilte”), maar “nee” is ook een antwoord.

Je hebt wel degelijk invloed met een ik-boodschap

Als je last hebt van het gedrag van een ander, dan kun je hem dat met een ik-boodschap vertellen (“Je praat hard, daar wordt mijn hoofdpijn erger van en ik voel me echt uitgeput”).  Met als mogelijk gevolg dat hij zich op een andere manier gaat gedragen. Dat voelt spannend omdat we bijvoorbeeld bang zijn voor een negatieve reactie. Maar het laten voor wat het is omdat je denkt dat je geen invloed hebt, vind ik een gemiste kans. Ik heb zelf namelijk ervaren dat in veel gevallen de ander zich niet bewust was van het feit dat jij last hebt van zijn gedrag. Door jouw confronterende ik-boodschap krijgt de ander nieuw inzicht én de gelegenheid zijn gedrag aan te passen.

De ander beslist

Maar soms vloeit dat gedrag voort uit een behoefte die zo belangrijk is voor de ander, dat hij het niet wil veranderen. Nee is ook een antwoord, want uiteindelijk is het de ander die beslist.

Jouw invloed

En jij kunt dan weer invloed uitoefenen op de manier waarop je reageert op dat besluit. Bijvoorbeeld door het te accepteren.

Ben jij benieuwd welke andere opties je naast accepteren ook nog hebt om te reageren op een “nee” van de ander? Of wil je vaardiger worden in het gebruiken van confronterende ik-boodschappen? Dan is het volgen van een Gordon®training of -workshop misschien iets voor jou.

In zes stappen je wens vervullen

In zes stappen je wens vervullen

Wat heb ik eigenlijk nodig? Tijdens de bijscholing die ik laatst volgde was dit één van de hoofdvragen. Met behulp van de piramide van Maslow reflecteerden we op de vraag “in hoeverre ben ik in al mijn behoeften voorzien?”. Ik constateerde dat ik niet helemaal tevreden ben over de hoeveelheid slaap die ik krijg en dat ik de fysieke nabijheid van anderen buiten mijn gezin mis.

Hoe weet je wat je nodig hebt? En hoe bereik je dat?

In deze blog, die in samenwerking met Marianne Burggraaff tot stand is gekomen, krijg je een oefening om je te helpen ontdekken wat je werkelijk nodig hebt; welke wensen je nog wilt vervullen. En ik vertel kort hoe je op basis van de zes stappen uit het overlegmodel van Thomas Gordon je doel kunt bereiken.

De piramide van Maslow

Maslow was een grondlegger van de humanistische psychologie en hij ontwikkelde een handig hulpmiddel om de aard van onze behoeften beter te leren kennen. Hij geloofde dat ieder mens vijf soorten behoeften of verlangens kent, die vaak in een piramide op elkaar worden gestapeld.



Je verlangens leren kennen

Als je goed weet wat jij nodig hebt, wat je al hebt en waar je nog naar verlangt, dan kun je gericht investeren in je verdere ontwikkeling en groei. Soms weet je niet zo goed wat je nu echt nodig hebt of waarom je een bepaald gemis voelt. Met de volgende oefening kun je de piramide van Maslow invullen voor jezelf en zicht krijgen op wat je al hebt en wat je nog zou willen.

Stap voor stap

Je zult begrijpen dat het lastig is om je behoefte aan zelfontplooiing te verwezenlijken als je tekort komt aan lichamelijke behoeften zoals eten, drinken, ademhalen en slapen. En als je in gevaar bent, zul je eerst dat proberen te elimineren voordat je in staat bent tot sociaal contact. Daarom worden de fundamentele behoeften die Maslow identificeerde vaak weergegeven in een piramide.

En door elkaar

Toch heb je misschien in de oefening ontdekt dat behoeften uit verschillende lagen in de piramide zijn vervuld. Zelfs als de lagen daaronder niet volledig zijn. Hoewel ik slaapgebrek heb, doe ik door wiskundeles te geven op de basisschool tegelijkertijd iets wezenlijks. Mijn lichamelijke behoeften zijn niet volledig vervuld, maar mijn behoefte aan erkenning en waardering is ook niet geheel onbevredigd.

In zes stappen je wens vervullen

Nu je weet wat je nog zou willen bereiken, kun je in zes stappen die wens ook verwezenlijken. Door een wens te kiezen en als doel voor jezelf op te schrijven, maak je je verlangen helder en tastbaar. Vervolgens kun je manieren gaan bedenken om je doel te bereiken en een plan van aanpak maken om die manieren uit te gaan voeren. Dit hoeft geen ingewikkeld plan te zijn: zo bestaat mijn plan om meer slaap te krijgen uit de actie om ten minste twee keer per week vroeg naar bed te gaan. Klein en haalbaar. Breng je plan vervolgens ten uitvoer en pas het indien nodig gaandeweg aan.

Hulp nodig?

Lukt het nog niet zo goed om je verlangens scherp te krijgen? Of heb je hulp nodig bij het maken van een aanpak om je wensen te bereiken? Dan heb je misschien iets aan een coachingsgesprek. Stuur één van ons een berichtje met daarin je vraag. Dan maken wij zo snel mogelijk een (bel)afspraak met je.

Ga je liever meteen zelf aan de slag met het maken van jouw eigen plan? We hebben voor jou een format ontwikkeld op basis van het overlegmodel uit de Gordonmethode waarmee je stapsgewijs je eigen plan van aanpak kunt maken. Wil jij ook in zes stappen je wens vervullen? Download dan de gratis toolkit “In zes stappen je doel bereiken”.

Deze blog is tot stand gekomen in samenwerking met Marianne Burggraaff, die net als ik gecertificeerd Gordontrainer is.

Legitiem excuus wordt smoesje

Vlak na de herfstvakantie bevond ik me plotseling op de eerstehulpafdeling van het ziekenhuis. Ons tienjarige kind werd opgenomen en aan het einde van die eerste dag werd het duidelijk: ze heeft diabetes type 1.

Laten vallen wat er niet toe doet

We lieten alles wat er niet toe deed uit onze handen vallen en richtten ons op wat nodig was (voor wie wil weten wat dat ongeveer is: https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/soorten-diabetes/diabetes-type-1).

Begrip

Dat wat er even niet toe deed begon er al snel weer toe te doen. We hadden contact met onze opdrachtgevers en collega’s om afspraken aan te passen, werkzaamheden tijdelijk over te dragen en pakten de belangrijkste dingen zelf weer op. Er was begrip voor de situatie.

Legitiem excuus

Eerder schreef ik al eens over smoesjes die je gebruikt om lastige dingen uit de weg te gaan. Die je beletten de doelen te bereiken die je belangrijk vindt. Hoe je jezelf soms bij de haren moet grijpen om de smoesjes te herkennen en te overwinnen. En nu staart mij een legitiem excuus in de ogen dat ik er van begin te verdenken dat het langzaam in een smoesje verandert.

Wanneer is iets een smoesje

Ik ontdekte dat iets wat vandaag een legitiem excuus is, morgen een smoesje kan zijn en overmorgen toch weer een legitiem excuus. Dat er dingen zijn die niet zo eenduidig in het bakje “smoesjes” kunnen worden gestopt. Omdat ze de ene dag voortdurend je gedachten belagen en de andere dag vergeten lijken. Of dat processen gisteren vlekkeloos verliepen, maar vandaag allerlei hobbels opwerpen waardoor je steeds brandjes aan het blussen bent.

Wie bepaalt dat..

Nog ingewikkelder wordt het dat in mijn hoofd ook de denkbeeldige stemmen van mijn omgeving een duit in het zakje doen. “ze vragen zich vast af hoe lang je je hier druk over kunt maken”, “ze vinden natuurlijk dat ze me ruimte moeten geven, maar voelen zich toch in de steek gelaten”. Weinig helpend natuurlijk, maar zeg dat maar eens tegen mijn hoofd!

..  en maakt dat eigenlijk uit?

Het helpt mij niet om me voortdurend af te vragen of ik stiekem een smoesje heb gemaakt van een goede reden om bepaalde dingen te laten. Dus heb ik rust voor mezelf gecreëerd door in mijn agenda een paar ijkmomenten te plannen. Op die momenten mag ik mezelf kritisch bevragen over mijn motieven om dingen wel en vooral ook niet te doen. Voor de tussenperiodes heb ik mezelf toestemming gegeven om smoesjes te gebruiken. Waardoor het niet meer uitmaakt of het nou wel of geen legitiem excuus is.

Hopen op een smoesje

Eigenlijk hoop ik me zo snel mogelijk te realiseren dat dit excuus niet langer mijn doen, laten en denken beheerst. Dat de hobbels geen reusachtige beren meer lijken en de processen grotendeels soepel verlopen. Dat het gewoon een smoesje is geworden.

Ik-boodschappen

Ik-boodschappen

Ik-boodschappen, het klinkt zo mooi: als je dingen in een ik-boodschap verpakt dan kan niemand daar iets tegen inbrengen.Want waar een jij-boodschap naar de ander wijst, hou je het met een ik-boodschap bij jezelf. Dan kan degene die de ik-boodschap ontvangt er niet omheen als hij door jou wordt aangesproken op gedrag waar jij last van hebt. En die persoon gaat dan zijn gedrag aanpassen.

“Laat ik het bij mezelf houden: ik vind dat dit project slecht wordt aangepakt, de activiteiten moeten veel beter op elkaar aansluiten”.

Was het maar zo simpel

Het uitgangspunt dat je een ander het beste kunt confronteren met een ik-boodschap is goed. Mensen ontvangen niet graag jij-boodschappen omdat die als beschuldiging, vernedering of kritiek kunnen worden opgevat. Met een jij-boodschap vertel je ook vaak aan de ander wat hij zou moeten doen en de meeste mensen bedenken dat liever zelf.  Jij-boodschappen leiden dan ook zelden tot een verandering van het gedrag dat jij niet OK vindt.

Verpakte jij-boodschap

Waar het vaak misgaat is dat de ik-boodschap eigenlijk helemaal geen ik-boodschap is. De voorbeeldzin bovenaan deze blog is een voorbeeld van een verpakte jij-boodschap. Je kunt verpakte jij-boodschappen vaak herkennen aan de woorden “ik vind dat” waarmee ze beginnen. Meestal komt daarachter een boodschap die iets zegt over de ander. De zin “ik vind dat je de verkeerde aanpak hebt gekozen” zegt helemaal niet iets over jezelf, maar over de ander. En door het woord “je” weg te laten uit de zin, wordt het niet minder een jij-boodschap.

Hoe zien echte ik-boodschappen er dan uit?

Een echte ik-boodschap bestaat uit drie G’s: Gedrag, Gevolg en Gevoel. In je ik-boodschap beschrijf je het feitelijke gedrag, zonder daarin een oordeel en/of een beschuldiging te stoppen. Ook beschrijf je het concrete, tastbare gevolg dat jij ondervindt van het gedrag. En ten laatste verwoord je je onderliggende gevoelens.

“Je hebt het projectteam niet om input gevraagd over de aanpak. Daardoor sluiten de activiteiten niet op elkaar aan en moet ik in het weekend doorwerken om de deadline te halen. Ik voel me geïrriteerd en boos.”

Simpel?

Op papier wel, in de praktijk blijkt het nog best even puzzelen om de juiste woorden te kiezen. Het vraagt zelfkennis: Waarom vind ik dit eigenlijk zo vervelend? Wat is nu precies het concrete gevolg voor mij? Vragen waarvoor je soms wat dieper moet graven om het antwoord te vinden.

Nauwgezet het recept volgen

Maar als je een ik-boodschap geeft volgens het juiste recept, dan kan de ander daar inderdaad weinig tegen  inbrengen, de boodschap gaat immers over jouw gevoel en het gevolg voor jou. Of het er met 100% zekerheid toe leidt dat de ander zijn gedrag aanpast is een heel andere vraag. Daarover meer in een volgend blog.


Ik-boodschappen vormen een onderdeel van de communicatiemethode van Thomas Gordon.