Recept voor geduld

Sinds kort zit ik op pianoles. Ik heb jarenlang viool en klarinet gespeeld en ook een aantal jaar zangles gehad. Nu wil ik de droom om mezelf met piano te kunnen begeleiden bij het zingen gaan waarmaken.

Meerdimensionaal

Omdat ik al muzikaal geschoold ben, ging de start lekker snel. Zo speelde ik al na de tweede les jingle bells met twee handen (en kon daar ook bij zingen). Toen kwamen de akkoorden. Ineens realiseerde ik me dat viool, klarinet en zang nogal ééndimensionaal zijn. En een piano dus niet.

Hoe meer ik denk, hoe slechter ik speel

Mijn hersenen draaiden op volle toeren. Noten lezen voor de rechterhand, akkoorden lezen voor de linkerhand: dat zijn dus niet zomaar twee dimensies (linkerhand en rechterhand), maar al snel vier omdat een akkoord vaak uit drie noten bestaat. Hoe harder mijn hersenen kraken, hoe slechter het spelen gaat. De patronen moeten weer worden ingesleten, zodat ik gedachteloos kan spelen. En weer tijd heb om dynamiek in mijn spel te brengen.

Lol om mijn fouten

Tot mijn eigen verrassing heb ik de wilskracht en discipline om vrijwel dagelijks even achter de piano te gaan zitten om te oefenen. Ik moet lachen als ik weer eens over mijn eigen vingers struikel en heb er lol in om te merken dat mijn pianospel elke dag een beetje beter wordt. Ik vroeg me af hoe het komt dat ik zoveel minder frustratie voel dan toen ik jonger was en tegen een moeilijk muziekstuk aanliep.

Geen haast

Hoewel ik geen concertpianist hoef te worden, heb ik nog een stevige portie ambitie: ik wil dit kunnen. Maar waar ik als tiener vond dat het dan ook meteen morgen perfect moest zijn, heb ik nu minder haast. Of meer geduld, het is maar hoe je het bekijkt. Toen vond ik het na één keertje los oefenen van een lastige maat wel genoeg en ging meteen weer verder met het gehele stuk. Als ik dan vervolgens nogmaals over dezelfde maat struikelde, kostte het zoveel moeite om door te zetten dat ik het soms maar liever opgaf. En juist daar zit het verschil.

Fouten herhalen

Ik weet dat ik door oefenen mezelf kan verbeteren. Door die ene moeilijke maat eindeloos te herhalen, waarbij ik eindeloos minus één keer dezelfde fout herhaal, kom ik toch op het punt dat de fout “ineens” blijkt te zijn verdwenen. Door ervaringen uit het verleden heb ik nu het vertrouwen dat het me gaat lukken. Ook als het wat langer duurt.

Nieuwe aanpak

Tijdens de lessen bespreek ik de struikelblokken.  Ik vertel wat ik heb gedaan om de moeilijke delen onder de knie te krijgen en hoe dat toch niet altijd lukt. Mijn pianolerares komt met suggesties en ideeën om het eens op een andere manier te oefenen. En zo heb ik een groeiend repertoire aan methoden om mezelf een lastig muziekstuk eigen te maken.

Vertrouwen

Hoe mooi zou het zijn als je deze vaardigheden altijd paraat hebt. Intrinsieke motivatie hebben en er tegelijkertijd niet zo zwaar aan tillen als het niet in één keer lukt. Geduld en vertrouwen hebben dat als het die eerste keer niet lukt, het de volgende keer beter zal gaan of anders die keer daarna wel. Moet je eerst jaren frustratie, onzekerheid en opgeven doorstaan om dat geduld te kweken?

Geheim recept

Ik heb helaas geen geheim recept dat je stap-voor-stap kunt volgen om na een half uurtje bakken als zelfverzekerd en geduldig mens uit de oven te komen. Wel ken ik een aantal belangrijke ingrediënten: oefenen, delen en vieren. Door te oefenen met het maken van fouten, raak je eraan gewend dat de wereld niet meteen vergaat ten gevolge van zo’n fout. Ervaringen met elkaar delen werkt inspirerend; door te horen van anderen wat wel en niet werkt kom je op nieuwe ideeën. En het helpt je om de les onder de fout te herkennen.

Feest

Alle geslaagde en minder geslaagde pogingen leiden tot vooruitgang. Die zie je niet altijd meteen; soms is het nodig om even stil te staan en terug te kijken naar waar je vandaan komt. Zodat je kunt zien wat je met je moed om fouten te maken, je zelfvertrouwen en  je doorzettingsvermogen hebt bereikt. En op zijn tijd een feestje kunt vieren. Bijvoorbeeld door een concertje te geven aan je huisgenoten (die al dagen zijn geteisterd door het steeds weer herhalen van dat ene kleine stukje) en vol trots het applaus in ontvangst te nemen. Ook als het stuk niet helemaal foutloos was.

Druk van de ketel

Druk van de ketel

Je herinnert je vast nog wel een vergadering waar je geïrriteerd en boos uitliep. Omdat er een verkeerd besluit was genomen, er niet naar je geluisterd werd of omdat die ene collega maar onzinnige dingen bleef verkondigen. Je komt terug op je werkplek en een collega vraagt hoe de vergadering was. En het enige wat je kunt doen is foeteren: het was een slechte vergadering, je collega is een sufkop en het management weet niet wat het aan het doen is. Je ketel staat stevig onder druk.

Stoom afblazen

Dat foeteren is nodig. Het is niet meer dan stoom afblazen om de druk te halen van de ketel die je hoofd op dat moment is. Maar kan het ook handiger? Want je realiseert je waarschijnlijk ook dat je tijdens die ergerniswekkende vergadering geen effectieve inbreng meer had.

Wat er gebeurt in je hoofd

Eerst even wat theorie. Je kunt je hoofd zien als een ballon waarin je denken en voelen in balans zijn.

Stel nu dat er iets gebeurt waardoor je uit balans raakt: iemand zegt of doet iets wat je vervelend vindt, waardoor je wordt gekwetst of waar je van schrikt. Op dat moment neemt in die ballon het gevoel de overhand.

Een ketel onder druk

Als je gevoel de overhand neemt is er weinig plek over voor de ratio, waardoor je minder goed in staat bent om te denken. Iemand die jou op dat moment jou op je ratio aanspreekt, bijvoorbeeld door nieuwe feiten op tafel te leggen, andere argumenten in te brengen of vragen te stellen, zal merken dat je daar niet voor open staat. Vaak hoor je het zelfs letterlijk niet. Het is dus goed mogelijk dat, vanaf het moment dat  jouw ergernis ontstond, je niet meer zo goed weet wat er in de vergadering nog precies gebeurde.  En dat jouw inbreng voornamelijk bestond uit steeds feller je gelijk proberen te behalen.

Druk van de ketel

Eerst zal het gevoel moeten worden aangesproken, zodat je je kunt ontladen. Het ventieltje van de ballon openen om het teveel aan emotie te laten ontsnappen.

Of zoals ook wel wordt gezegd: stoom afblazen. Om de druk van de ketel te halen en de emotie te laten zakken. Zo ontstaat weer ruimte in je hoofd voor de ratio.

OK, maar hoe doe ik dat dan?

Er zijn drie dingen nodig om zelf de balans in je hoofd weer terug te krijgen: herkennen, oorzaak achterhalen en benoemen.

Herkennen

Het begint bij herkennen dat het gebeurt. Let maar eens goed op jezelf tijdens besprekingen. Wanneer word je onrustig, krijg je het gevoel dat er niet naar je geluisterd wordt, ga je steeds hartstochtelijker uitleggen waarom jouw idee het beste is of trek je je zelf juist terug uit het gesprek?

Oorzaak achterhalen

Vervolgens ga je bij jezelf na wat er toe leidde dat je emotie de overhand kreeg. Kwam het door die collega die je onderbrak voor je was uitgesproken? Of doordat je leidinggevende zonder toelichting je idee terzijde schoof? Of omdat degene die naast je zat geen koffie voor je inschonk en dat wel deed voor zijn andere buurman?

Benoemen

Vervolgens haal je de druk van de ketel door je emotie te benoemen. “Jij laat me niet uitspreken, zodat ik mijn inbreng in dit gesprek niet kan doen. Ik heb het gevoel dat ik mijn tijd zit te verspillen aan een gesprek waaraan ik niets kan bijdragen.” Of: “Je legt niet uit waarom je mijn idee afwijst. Daardoor weet ik niet hoe ik mijn idee kan verbeteren. Het voelt zinloos om nog nieuwe ideeën aan te dragen.” De eerste keren kan dit best spannend en ongemakkelijk voelen, maar je zult merken hoe weinig er eigenlijk nodig is om weer in balans te komen.

Een ander helpen stoom af te blazen

Soms zie je bij iemand anders de balans in de ballon verschuiven naar emotie. Bijvoorbeeld de medewerker die jij aanspreekt op zijn of haar gedrag. Of bij de collega wiens argumenten je in jouw enthousiasme over je eigen idee zonder nadere toelichting van tafel veegt. In dat geval kun je de ander helpen om stoom af te blazen door actief te luisteren[1] en te laten weten dat je ziet dat de ander schrikt of teleurgesteld is. Tijdens de vergadering of daarna in een één-op-één setting.

Minder foeteren

Naarmate je dit vaker doet, zal je ontdekken dat je de signalen van oplopende druk steeds eerder herkent.  Je kunt dan ook vroegtijdig een klein beetje stoom laten ontsnappen om weer in balans te komen. Je komt dan minder vaak met een hoofd vol emotie uit een bespreking en hoeft minder te foeteren. En hoewel een beetje foeteren op zijn tijd best lekker is, is minder hoeven foeteren nog fijner.


[1] Daar schreef ik al eerder een blog over: https://spaarnheuvel.nl/luisterkunst/

Ga je schamen!

Vroege ochtend, sneeuw en een bus

Als brugklasser fietste ik dagelijks tien kilometer naar school. Behalve in de winterse januarimaand, dan had ik een busabonnement. De bus kwam eens in de twee uur en ik wilde hem dus niet missen. Soms kwam de bus vroeg (ik kwam nooit laat) en dan hield ik hem voorbij de halte aan. Zo ook op een besneeuwde, donkere ochtend.  Warm en tevreden zat ik in die bus, tot deze in het eerste dorp rechtdoor ging waar hij normaal gesproken had moeten afslaan. De vlammen sloegen me uit – ik zat in de verkeerde bus!

Vul zelf maar in

En vanaf daar ging mijn brein een verhaal schrijven. Ik heb onnodig de bus laten stoppen buiten de halte dus de chauffeur zal me wel een heel vervelende passagier vinden. En iedereen snapt natuurlijk dat ik in dit dorp uitstap omdat ik zo dom was de verkeerde bus te nemen. Ze lachen me uit dat ik door de sneeuw helemaal  naar de andere halte moet ploegen. En ik mis natuurlijk alsnog de goede bus, wat een sufkop ben ik toch!

Schaamte komt met zijn tweeën

In haar boek “Dare to lead” beschrijft Brené Brown schaamte als het intens pijnlijke gevoel dat er iets mis is met je en je het daarom niet waard bent om geliefd te worden, ergens bij te horen en met anderen verbonden te zijn. Schaamte bestaat uit twee stemmetjes “je bent niet goed genoeg” en “wie denk je wel dat je bent”. Wie dacht ik wel dat ik was om de bus speciaal voor mij te laten stoppen? Ik ben niet eens goed genoeg om de juiste bus te herkennen!

Pantser

Het gevoel van schaamte kan overweldigend zijn. Deze gebeurtenis speelde meer dan 30 jaar geleden, maar ik kan het gevoel zo weer oproepen. Je zou jezelf het liefste willen pantseren tegen schaamte: neem geen risico’s, doe geen nieuwe dingen, blijf of word perfect en dus veilig. Toch?

There’s a crack in everything

Ik geloof niet in perfectie. Niet alleen omdat ik er te lui voor ben, maar vooral omdat ik geloof dat mensen kunnen leren. Leren doe je met vallen en opstaan. Met proberen en ontdekken: op deze manier werkt het niet! Om daarna verder te gaan en tevreden te kijken naar de vijfde versie van een taart, die er uitziet als een opgeblazen torenflat maar die heerlijk smaakt. Dat ontdekkingsproces gaat niet samen met perfectie. Ik hou van de schoonheid en uitdaging van dat ene ontbrekende hoekje, dat butsje of die kras. Leonard Cohen schreef het mooier dan ik kan: ”there’s a crack in everything – that’s how the light gets in”.

Een ander verhaal

Na het lezen van Brené Browns boek (en met ruim 30 jaar meer ervaring en zelfvertrouwen in mijn rugzak) had ik bij het uitstappen tegen de chauffeur willen zeggen: “Ik  vrees dat u me wel een uil zult vinden die veel tijd verspilt in het strakke busschema”.  Misschien was de buschauffeur het met me eens geweest en had ik me kunnen verontschuldigen. Of hij had gezegd dat “kan gebeuren” en me een goede dag gewenst. Hoe dan ook was ik regisseur over het verhaal en had de schaamte mij niet langer in zijn macht.

Zonder wrijving geen glans

Ik streef graag naar mooie en grootse resultaten. Zonodig behaal ik die over nieuwe wegen, langs uitdagingen en risico’s. Een uitglijder op zijn tijd kan ik niet voorkomen en ik verwacht dus nog de nodige schaammomenten. Maar ik weet dat mijn brein een goede verhalenverteller is. En dus ook een nieuw einde kan verzinnen. Zodat ik na de val weer kan opstaan en doorgaan. Zonder wrijving geen glans, zonder schaamte geen groei. Kortom: aan het werk en ga je schamen!

Luisterkunst

Mijn tienjarige dochter tekende dit oog. Een heel realistisch oog waarin veel details kloppen. En dat het resultaat is van veel oefenen: verschillende technieken uitproberen en kijken naar hoe beroemde kunstenaars een oog tekenen. Net zolang tot het gewenste resultaat werd bereikt. En ook na dit oog volgden er nog vele versies. Sommigen minder geslaagd, maar de basisversie wordt nog steeds beter.

De kunst van het luisteren

Luisteren1 is een kunst. Net als het leren bespelen van een muziekinstrument, het beoefenen van een sport of het tekenen van een realistisch oog.  Een kunst leren gaat gepaard met vallen en opstaan (ik herinner me de huil- en driftbuien waarin weer een tekening werd verscheurd maar al te levendig). Ook waarlijk luisteren zodat de ander zich gehoord voelt, vraagt vaardigheid, inzet en zelfreflectie. 

Waarlijk luisteren

Wat we vaak doen als we naar iemand luisteren, is tegelijkertijd alvast een antwoord of reactie formuleren. We wachten tot de ander stopt met praten zodat we zelf weer kunnen praten. Luisteren met bijbedoelingen is dat. Waarlijk luisteren is gericht op het begrijpen van de ander, op basis van wat die zegt, én niet zegt. Om zeker te weten dat je de ander begrijpt, geef je jouw “vertaling” van dat wat je hoorde terug. Met als bijkomend effect dat je gesprekspartner zich begrepen en gehoord voelt.

De techniek: actief luisteren

Om goed te kunnen luisteren, is het belangrijk dat je de tijd neemt en alle doelen behalve het begrijpen van de ander parkeert. Ook het vormen van een oordeel over dat wat de ander zegt moet je (tijdelijk) uitschakelen. Deze luistertechniek noemen we actief luisteren. De techniek is actief omdat je niet alleen knikt en humt, maar actief vertaalt wat je hoort en dat uitspreekt om bij de ander te toetsen of je het goed begrepen hebt.

Actief luisteren kun je leren

Als je geen autodidact bent, dan kun je je in luisteren bekwamen door te oefenen , te reflecteren op de minder geslaagde versies en door les te nemen. Bijvoorbeeld door het volgen van een training gebaseerd op het communicatiemodel van Thomas Gordon. Ga je liever zelfstandig aan de slag? Kijk dan hoe anderen het doen, ga veel oefenen, vraag feedback en reflecteer  op je eigen minder geslaagde versies en oefen weer verder. Want het spreekwoord is niet voor niets: oefening baart kunst.


1. Wellicht ten overvloede: luisteren ≠ gehoorzamen. Veel ouders en leerkrachten die stellen dat kinderen niet luisteren, bedoelen eigenlijk dat kinderen niet doen wat hen gevraagd of opgedragen wordt. Is niet hetzelfde. 

Perspectief

Twee bijzondere boeken kwamen gelijktijdig (weer) op mijn pad, elk met hun eigen perspectief op de wereld. Tonke Dragt schrijft in “Geheimen van het wilde woud” over trouw, eer en goed en kwaad. “Schorshuiden” van Annie Proulx gaat onder andere over de botsing van culturen als Europeanen aan land komen in Noord-Amerika.

“De bomen waren allemaal dik en oud, en groeiden bijzonder grillig. En hoe verder ze kwamen, hoe dichter het kreupelhout werd dat hen omringde.”

Uit: Geheimen van het Wilde Woud – Tonke Dragt

Verschil in perspectief

Het woud speelt in beide boeken een hoofdrol. En wordt vanuit verschillende invalshoeken aan de lezer getoond, waardoor verschillende perspectieven zichtbaar worden. Culturele achtergrond, tijdsgeest, persoonlijkheid: ze maken dat je hetzelfde beeld of dezelfde situatie anders ziet en interpreteert dan een ander. De groene mannen beschouwen het Wilde Woud als een plaats van vrede, voor ridder Tiuri is het Wilde Woud onbekend en daarmee angstwekkend en voor de Zwarte ridder is het een uitvalsbasis voor oorlogsvoering. En het bos in het noorden van Amerika is bron van leven voor de indianen en bron van rijkdom voor de Europese houthakkers.

Toch hetzelfde plaatje

Dus als je je nou morgen tijdens die vergadering afvraagt waarom er zo lang wordt gesproken over wat het volgende nieuwe product moet worden, bedenk dan dat jij een ridder bent met een ander plaatje in je hoofd dan de groene mannen, de houthakkers en de indianen. Omdat er geen boek met uitleg voor je klaarligt, geeft vragen en actief luisteren je de beste kans om het plaatje van de ander in beeld te krijgen. En dan zou het zomaar kunnen dat iedereen het toch over hetzelfde heeft. Gewoon een kwestie van perspectief.

“Schreeuwend rode esdoorns staken vlammend af tegen de zwarte sparren”

Uit: Schorshuiden – Annie Proulx